Waarom extra publieke middelen voor R&D een goed idee zijn
Extra publieke financiering is nodig om de achterblijvende investeringen in R&D in te halen, zo betoogt Marcel de Heide economenvakblad ESB. Nederland haalt de 3%-BBP-norm aan R&D-uitgaven niet, en daardoor dreigen we achterop te raken in de wedloop voor een concurrerende economie – zowel nu als in de toekomst. Een extra stap van de overheid kan een oplossing bieden. Maar wat zijn de opties en de beoogde effecten hiervan?
Econoom Marcel de Heide neemt in het artikel een diepgaande kijk op de kwestie en probeert een veelvoorkomende angst weg te nemen. Hij legt uit waarom het publiek financieren van privaat onderzoek altijd meer geld kost dan strikt gezien nodig is om de investering uit te lokken. De angst voor een te grote innovatiepremie (crowding-out) is echter onterecht, gezien het positieve effect van deze investeringen.
De relevante vraag is namelijk: wat is de totale impact op de economie en de maatschappij van de additionele innovatie? Het probleemoplossend vermogen van bedrijven is cruciaal voor het creëren van nieuwe of vernieuwde producten en diensten die waarde genereren voor de samenleving. De innovatiepremie die ontstaat bij publieke financiering is noodzakelijk om de groep innoverende bedrijven te vergroten; het doel heiligt het middel.
Publieke financiering van private R&D is effectief
De stelling dat publieke financiering van private R&D effectief is, volgt na een uitgebreide analyse. Deze analyse is gebaseerd op het idee dat bedrijven de verwachte kosten, de mogelijke kans op falen en de potentiële impact op winst afwegen voordat zij investeren in R&D. Met een publieke investering kan de overheid deze factoren beïnvloeden, zodat de uitkomst positiever is en een bedrijf dus eerder of meer zal investeren.
Onduidelijkheid over de effecten omvang en voorwaarden publieke financiering voor bedrijven
De innovatiepremie ontstaat doordat publiek geld een deel van het private geld verdringt (crowding-out). Een belangrijke vraag die onbelicht blijft, is waarom deze verdringing plaatsvindt. Welke factor wordt door bedrijven teruggedraaid na de toevoeging van publieke middelen? Verwachten ze dat de kosten omhoog gaan, bijvoorbeeld doordat onderzoek langer duurt? Stijgt de kans op falen? Verminderen betalingsverplichtingen de investeerbaarheid in latere fasen? Of wordt de winstverwachting naar beneden bijgesteld omdat kennis moet worden gedeeld in publiek-private samenwerkingen? Het omgekeerde kan daarmee ook waar zijn voor de rol van publieke financiering: de omvang en de voorwaarden die aan publieke middelen hangen, kunnen óók invloed hebben op de effectiviteit van publieke financiering en het uitlokken van private R&D-investeringen.
Rol publieke financiering als vliegwiel andermaal aangetoond, tijd voor actie!
Wat hoe dan ook als een paal boven water staat, is dat publieke financiering bedrijven kan stimuleren tot R&D-investeringen door hun kosten te verlagen, hun risico’s te verminderen en hun winstpotentieel te vergroten. Dit resulteert in een bredere basis van innoverende bedrijven en een grotere totale impact op de economie en maatschappij. De innovatiepremie die hiervoor betaald moet worden, wordt gedeeld door beide partijen. Tijd om daar snel mee aan de slag te gaan!