Tweeëntwintig jaar engelengeduld
“Na 22 jaar geduldig onderzoek zet biotechbedrijf Galapagos eerste medicijn op de markt: ‘een enorme doorbraak’”, zo kopte de Volkskrant in een interview met topman Onno van de Stolpe. Recent heeft Galapagos namelijk een handelsvergunning verkregen in de Europese Unie en Japan voor Jyseleca® (filgotinib) voor de behandeling van volwassenen met matige tot ernstige reumatoïde artritis.
Het is iets om bij stil te staan, want zo vaak gebeurt het niet dat een bedrijf op Nederlandse bodem uitgroeit van start-up tot innovatieve biotech van wereldformaat dat meespeelt in de internationale top. Niet voor niets viel de topman eerder al in de prijzen en namen ministers Hoekstra en Wiebes begin dit jaar nog een kijkje in het lab.
Vanzelf gaat het allerminst. Anderhalf jaar geleden al beschreven we deze transformatie, die in het zicht van de haven eind van de zomer nog een tegenvaller kreeg te verwerken. Het is exemplarisch voor de achtbaan waar zoveel biotech ondernemers zich in bevinden, waarbij een rit van 22 jaar zeker geen uitzondering is.
Wat HollandBIO betreft is het succesverhaal van Galapagos voortaan eerder regel dan uitzondering, maar ook dat zal niet vanzelf gaan. Zoals Onno het zelf zegt: ‘In beide steden [Leiden & Mechelen, red.] hadden we laboratoria. België heeft een goed klimaat voor biotechnologie. De Vlaamse overheid wil daar geld in investeren. En het beleid is consistent. Regeringen veranderen en regelmatig is er niet eens een regering, maar dat maakt voor het biotech beleid niets uit. In Nederland wordt het beleid bij elke nieuwe regering weer over de kop gegooid.’ Kortom, ook biotech beleid vergt engelengeduld. HollandBIO wil dat het niet 22 jaar hoeft te duren voordat nog een biotech van Nederlandse bodem mag uitgroeien tot wereldtop. Reden genoeg om onze schouders te zetten onder een ijzersterk innovatieklimaat!