Toegankelijkheid van nieuwe behandelingen: kan het beter?
Vintura, IQVIA, Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) en HollandBIO deelden afgelopen donderdag inzichten uit drie recente onderzoeken over de toegankelijkheid van nieuwe geneesmiddelen in Nederland. Tijdens het interactieve webinar identificeerden we samen met een breed scala aan stakeholders de uitdagingen in de periode na vergoeding. We kijken terug op een geslaagde bijeenkomst, en concluderen voorzichtig dat toegang tot nieuwe geneesmiddelen nog sneller en beter kan. Wel ontbreekt een helder en gedeeld beeld van de onderliggende oorzaken. Voordat we aan de slag kunnen met oplossingen, is eensgezindheid over de uitdagingen en een open discussie met alle betrokkenen essentieel.
Geneesmiddelen zijn pas van waarde wanneer zij de patiënt ook daadwerkelijk bereiken. De route van lab naar patiënt is hobbelig. Hoewel registratie van een nieuw geneesmiddel soms als finishlijn voor toegang gepresenteerd wordt, is dat niet het geval. Na registratie volgt op nationaal niveau het proces van vergoeding en inkoop. Tenslotte moet een nieuw middel ook worden voorgeschreven door een arts, voordat de patiënt toegang heeft. Drie recente studies onderzochten de toegankelijkheid van nieuwe behandelingen in Nederland.
Vergoeding van add-on geneesmiddelen
Thomas Broekhoff (HollandBIO) legde uit hoe vergoeding voor intramurale geneesmiddelen in Nederland werkt. Hij zoomde in zijn onderzoek in op één van de indicatoren van toegankelijkheid, namelijk de doorlooptijden tussen het moment van registratie en de toekenning van een add-onprestatie. Met een add-on kan een ziekenhuis een geneesmiddel dat meer dan €1.000,- per patiënt per jaar kost, los van de geldende diagnose-behandelcombinatie declareren bij een zorgverzekeraar. Uit het onderzoek komt naar voren dat deze doorlooptijden om verschillende redenen sterk uiteenlopen en niet van tevoren te voorspellen zijn. De resultaten van het onderzoek zijn samengevat in een infographic, inclusief vijf aanbevelingen om het open instroom proces te verbeteren.
Toegang tot nieuwe add-on geneesmiddelen in de oncologie na vergoeding
Renaud Heine (ESHPM) en Christel Jansen (Vintura) deelden de belangrijkste inzichten uit twee recent gepubliceerde studies. Beiden onderzochten hoe snel patiënten na een positief vergoedingsbesluit ook daadwerkelijk toegang hebben tot verschillende nieuw geregistreerde kankermedicijnen in Europa. Uit het onderzoek van IQVIA en ESHPM blijkt dat vertraagde toegang tot innovatieve kankergeneesmiddelen een gemiste kans kan zijn voor patiënten en een potentieel verlies van levensjaren oplevert. Een vergelijkbare conclusie volgde uit het rapport van Vintura. Nederland heeft in verhouding tot andere Europese landen tamelijk snel toegang tot innovatieve kankergeneesmiddelen na registratie. De uptake van innovatieve kankergeneesmiddelen in de klinische praktijk lijkt in verhouding tot onze buurlanden echter traag te zijn.
Toegankelijkheid add-on geneesmiddelen na vergoeding: kan het beter?
Waarom is de uptake van nieuwe kankergeneesmiddelen in Nederland vertraagd? Op basis van informatie uit de theorie deelden aanwezigen ervaringen uit de praktijk via Mentimeter. Vele uiteenlopende verklaringen passeerden de revue, waaronder neerwaartse budgetdruk op voorschrijvers, langzame opname in richtlijnen en een conservatieve houding van voorschrijvers. Na afloop concluderen we voorzichtig dat toegang tot nieuwe geneesmiddelen nog sneller en beter kan, maar dat we niet precies weten waardoor suboptimale toegang veroorzaakt wordt. Eensgezindheid over het probleem en de onderliggende oorzaken is een eerste cruciale stap op weg naar het realiseren van verbeteringen. Een open discussie met alle betrokkenen is daarbij essentieel. Dit webinar gaf een mooie eerste aanzet tot een onderlinge dialoog, gebaseerd op wederzijds vertrouwen en een gedeelde feitelijke basis.