Reactie op versobering 30%-regeling
Iedereen wil graag innovatie stimuleren, maar om dat voor elkaar te krijgen hebben we toptalent nodig. Dit toptalent beweegt zich op de internationale arbeidsmarkt en deze is, net als in Nederland, heel krap. Alle reden om ervoor te zorgen dat de overheid het aantrekken van dit talent stimuleert. Toch strookt de politieke werkelijkheid niet met deze realiteit.
Helaas stemde het gros van de fracties in de Tweede Kamer recentelijk voor het amendement van lid Omtzigt die de “30% expat”-regeling verder versobert (enkel de VVD stemde tegen, de leden Ephraim en Gundogan onthielden zich van stemming). Kijkend naar alleen de Nederlandse arbeidsmarkt klinkt het inderdaad oneerlijk, een expat die voor een Nederlands bedrijf werkt en met dezelfde functie en hetzelfde salaris netto gedurende vijf jaar meer overhoudt dan de collega die al tien jaar in Nederland inkomensbelasting afdraagt. Maar onze arbeidsmarkt is juist voor innovatieve (start-up) bedrijven een mondiale markt, wat de instemming van de Tweede Kamer wellicht een wat kortzichtige keuze maakt.
Landen om ons heen hebben ook van dit soort regelingen of introduceren juist initiatieven die de komst van kenniswerkers stimuleert. Werknemers hebben dus volop keuze om te gaan waar zij de beste kansen hebben. Laten we voorkomen dat bedrijven hetzelfde doen en zich buiten Nederland te vestigen. Want daardoor wordt de bezuiniging van vandaag de totaal verloren inkomstenbelasting, werkgelegenheid en winstbelasting van morgen.
Om toch voorop te blijven lopen in innovatie op gezondheid en duurzaamheid en bedrijven hier te houden en laten groeien, ligt er wat ons betreft dus een grote opdracht voor een volgend kabinet. Hoe blijven wij als land concurrerend voor het toptalent dat we nodig hebben om deze innovaties te realiseren?