Patiënt in Nederland steeds slechter af
De wachttijd voor nieuwe levensreddende geneesmiddelen is opgelopen tot meer dan een jaar, zo luidt de zorgwekkende conclusie van onderzoek van het FD. De krant bracht de tijd in kaart die verstrijkt tussen goedkeuring van een geneesmiddel door het Europees Medicijn Agentschap en de vergoeding van datzelfde geneesmiddel in Nederland. Die wachttijd loopt op en bedraagt inmiddels gemiddeld 410 dagen. Patiënten hebben in die periode doorgaans geen toegang tot het geneesmiddel. HollandBIO vindt het schandalig. Het is hoogste tijd dat de overheid werk maakt van echte oplossingen en transparant wordt over wat zij nou precies wil met geneesmiddelen.
De vertraging is het gevolg van de in 2015 ingevoerde Sluis-procedure, voor geneesmiddelen die meer dan 50.000 euro per patiënt per jaar kosten of die een totale budgetimpact hebben van meer dan 40 miljoen euro per jaar. Tijdens die procedure gaat het ministerie van Volksgezondheid in onderhandeling met geneesmiddelenfabrikanten. Hoewel de regering tijdens Prinsjesdag een beschikbaarheidsregeling à 10 miljoen beloofde voor de tijdelijke vergoeding van sluisgeneesmiddelen, lijkt dit voornemen in een diepe la te zijn geschoven. In plaats vraagt VWS fabrikanten hun producten, de Tesla’s van de medische zorg, gewoon gratis beschikbaar te stellen gedurende de sluisperiode. Zonder wettelijke maximale termijn, is dat vragen om het onmogelijke.
De Sluis kent een schimmig proces, zoals gezegd zonder tijdslijnen, en überhaupt zonder format of inspraak. Fabrikanten zijn in dat traject volledig overgeleverd aan de prioriteit, capaciteit en eisen van een departement dat regelmatig uithaalt naar de farmaceutische en niet schroomt om alle bedrijven over één kam te scheren. Ga er maar aan staan.
In het debat en het onderhandelingsproces gaat het al lang niet meer over feiten. Emoties en de onderbuik bepalen de toon en ondertussen ook de dramatische uitkomst voor patiënten. Patiënten die in de landen om ons heen wel op een mogelijk levensreddende behandeling hadden kunnen rekenen. Ministers van Volksgezondheid in andere landen spreken met trots over de enorme gezondheidswinst die zij dankzij nieuwe innovatieve oncolytica weten te realiseren. Nederland stelt daarentegen omfloerst dat de overlevingskansen van kanker zijn toegenomen dankzij ‘betere behandelingen’.
Waar de minister voor Medische Zorg het regelmatig heeft over de transparantie die hij verlangt van geneesmiddelenontwikkelaars, laat zijn ministerie het afweten als het om duidelijkheid over geneesmiddelen gaat. De minister geeft aan dat hij goede geneesmiddelen voor een redelijke prijs wil en ‘naast de patiënt staat’, maar al jarenlang is de bezuinigingsopgave van bijna een half miljard euro op geneesmiddelen in de praktijk het enige dat telt. En door farma consequent de zwarte piet toe te spelen, komt hij daar nog mee weg ook.
Prangende vragen blijven zo onbeantwoord. Waar wil de Nederlandse overheid naartoe? Wat zijn acceptabele uitgaven aan geneesmiddelen, nu en in de toekomst? Wat is een redelijke prijs, en voor welk soort middelen? Wat houdt maatschappelijk aanvaardbaar in? Hoe kijkt het ministerie naar betaalbaarheid in relatie tot gezondheidswinst en innovatie? Is het ministerie bereid de hoofdprijs te betalen voor een geneesmiddel wanneer de investeringen groot waren en de gezondheidswinst het geld meer dan waard?
HollandBIO wil, net als de minister, een duurzaam en toekomstbestendig zorgsysteem waarin geneesmiddelen het verschil kunnen blijven maken voor patiënten. Daarom dragen we als sector legio constructieve oplossingen aan die gezondheidswinst, innovatie en betaalbaarheid verenigen. Laten we realistisch zijn: met de zoveelste prijsdrukkende of vertragende maatregel gaan we het niet redden. Geneesmiddelenontwikkeling duurt lang, is risicovol en kostbaar. Er zijn grote investeringen nodig om de innovatiemotor te laten draaien. De return on investment in de farmaceutische industrie keldert al jaren. Het regulatoire kader en de beoordelingssystematiek voor vergoeding is niet berekend op de geneesmiddelen van morgen. Kortom, het systeem dat we door de jaren heen met zijn allen gebouwd hebben, kraakt in zijn voegen en is allesbehalve klaar voor de toekomst. Dat zijn de echte uitdagingen waar we voor staan. Uitdagingen die visie, leiderschap, doorzettingsvermogen en bovenal samenwerking vergen. Maar daar ontbreekt het nu juist aan in het huidige beleid. Met patiënten en de life sciences sector als kind van de rekening.