← #nieuws

Opinie: Gezondheid is steeds minder waard

, ,

Je gezondheid wordt steeds minder waard. In weerwil van stijgende uitgaven aan zorg, heeft de overheid steeds minder geld over voor een gezond levensjaar. Dat bedrag staat namelijk al sinds 2006 op hetzelfde peil, terwijl de inflatie sindsdien bijna 50 procent bedraagt. Onze gezondheid is dan ook hard toe aan een inflatiecorrectie.

In 2006 onderzocht de Raad voor Volksgezondheid en Zorg zich wat we bereid zijn te betalen voor een extra levensjaar in goede gezondheid, bijvoorbeeld gewonnen door een nieuwe behandeling zoals een geneesmiddel. Afhankelijk van hoe ernstig ziek je was, publiceerde de Raad een betalingsbereidheid van €20.000, €50.000 of €80.000. Voor het genezen van kanker hebben we bijvoorbeeld meer over dan voor het verminderen van astma, of het voorkomen van ziekte.

Terug naar 2024. Sinds 2006 zijn door inflatie alle prijzen flink gestegen, met bijna 50%. Zo verdienen verpleegkundigen die in het ziekenhuis werken, in 2024 bijna 50% meer dan in 2006. Gek genoeg groeide de waardering van onze gezondheid niet met de inflatie mee. Was dit wel zo geweest, dan hadden we nu €30.000, €75.000 of €120.000 over voor elk extra jaar in goede gezondheid. Kortom: onze gezondheid wordt jaar op jaar steeds minder waard.

Ondanks die kleinere betalingsbereidheid, introduceren bedrijven steeds meer nieuwe geneesmiddelen tegen steeds meer ziektes, voor steeds meer patiënten. De gemiddelde uitgaven per patiënt aan geneesmiddelen bleven de afgelopen jaren nagenoeg gelijk. Ondertussen stijgen andere zorgkosten wel door, waardoor we nu in verhouding tot het totaal aan zorguitgaven minder aan medicijnen uitgeven dan in 2006. Daarmee leveren geneesmiddelenontwikkelaars elk jaar meer gezondheid per bestede euro. Een prestatie van jewelste! Toch staan de kranten vooral bol van de problemen: vastlopende onderhandelingen, vertragingen en volop verwijten over en weer. Nederlandse patiënten zijn de dupe.

De bedragen die de Raad in 2006 op een rij zette, spelen een belangrijke rol bij de keuze of de zorgverzekering een nieuw geneesmiddel vergoedt. De vastlopende toegankelijkheid van geneesmiddelen roept de vraag op waarom we de waarde van een gewonnen levensjaar niet óók zouden koppelen aan inflatie, net zoals boodschappen, huren en salarissen. In aanloop naar een nieuw kabinet buigen diverse werkgroepen zich over een mogelijke herziening van de bedragen uit 2006. Maar in plaats van de broodnodige bijstelling naar boven, lijkt de overheid zich voor te bereiden op verlaging van de waarde die we aan gezondheid toekennen, in een poging de stijgende uitgaven aan de zorg te beperken.

Ondanks alle ambities van onze overheid op het vlak van preventie en zorg, blijkt onze gezondheid in de praktijk steeds minder waard. Met een ongekend zorginfarct in het vooruitzicht moeten we niet beknibbelen op, maar juist fors investeren in de gezondheid van onze vergrijzende bevolking. Innovatie, of het nu gaat om geneesmiddelen, vaccins of betere diagnostiek, is daarbij onmisbaar om steeds meer burgers gezond te houden of beter te maken. Een fikse inflatiecorrectie op het bedrag dat we als maatschappij bereid zijn te betalen voor een gewonnen levensjaar in goede gezondheid, is daarbij een eerlijke en logische stap.