Onverwachte tegenslag voor toegang nieuwe geneesmiddelen
Hollandbio wil dat patiënten zo snel mogelijk kunnen profiteren van nieuwe geneesmiddelen. Heldere en soepele routes voor vergoeding zijn daarvoor essentieel. De brief die wij van het Zorginstituut kregen met de mededeling dat ze per direct méér extramurale geneesmiddelen gaan onderwerpen aan een farmaco-economische beoordeling, kwam dan ook als een onaangename verrassing.
Het Zorginstituut wordt per direct een stuk strenger in het verlenen van vrijstellingen van farmaco-economisch onderzoek voor de vergoeding van extramurale geneesmiddelen. Niet langer geldt de budget impact, maar het macrokostenbeslag als leidend bij de aanvraag van een vrijstelling. Met andere woorden, keek het Zorginstituut eerst wat een nieuw geneesmiddel ging kosten ten opzichte van de oude situatie, nu gaat het alleen om de uitgaven aan het geneesmiddel zelf. Of het geneesmiddel andere zorguitgaven overbodig maakt, maakt dus geen verschil. In de praktijk komt de lat voor een vrijstelling hiermee hoger te liggen: fabrikanten moeten voor meer geneesmiddelen een farmaco-economisch onderzoek aanleveren voor vergoeding. Met veel extra werk, kosten en vertraging tot gevolg.
Hollandbio is nooit enthousiast over interventies die de route van lab naar patiënt moeilijker maken – niet voor niets pleiten we keer op keer voor sneller, beter en slimmer. En ook nu staan we dus bepaald niet te juichen. Maar wat ons nog het meest teleurstelde, is de manier waarop ons de wijziging werd medegedeeld en doorgevoerd: per brief en per direct. Nadat we het nieuws met onze achterban deelden, kregen wij direct geschokte reacties van een viertal fabrikanten, die op het punt stonden om een dossier in te dienen. De gevolgen voor hen zijn immers groot: het totaal onverwacht moeten opstellen van een FE-dossier, vertraagt dit proces zomaar met een half jaar – nog afgezien van de onverwachte extra kosten. Een halfjaar extra waarin patiënten onverwacht moeten wachten tot ze toegang hebben tot de betreffende geneesmiddelen. Het systeem van toelating en vergoeding in Nederland was al meer dan complex genoeg, en daar komt nu nog een extra element van totale onvoorspelbaarheid overheen.
Hollandbio vindt het niet kies om een impactvolle wijziging op deze manier door te voeren – ondanks de doorgaans constructieve samenwerking en diverse overlegmomenten tussen hollandbio en het Zorginstituut. In reactie op hollandbio’s bezwaren laat het Zorginstituut weten voor deze abrupte ingangsdatum te hebben gekozen om ‘strategisch gedrag’ van fabrikanten te voorkomen. Alsof bedrijven continu tientallen dossiers op de plank hebben liggen die ze op elk willekeurig moment zo, hoppa, strategisch en wel in kunnen dienen. De nieuwe criteria voor sluisplaatsing zijn destijds ruim van tevoren aangekondigd, zodat bedrijven zich juist fatsoenlijk voor konden bereiden op deze extra horde. Dat was ons inziens ook voor deze knijpende maatregel de koninklijke weg geweest.
Natuurlijk zien ook wij de noodzaak om effectieve zorg uit het basispakket te vergoeden, en dat de betaalbaarheid en bemensing van ons zorgstelsel onder druk staan. Niet voor niets zijn geneesmiddelen de absolute koplopers in de zorg als het gaat om bewezen effectiviteit, kosteneffectiviteit en (transparante!) budgetimpact. Waar wij wel op tegen zijn, is de desastreus eenzijdige focus op kostenbeheersing door het weren van steeds maar meer innovaties aan de poort. Die koers gaat namelijk linea recta ten koste van medische vooruitgang en gezondheidswinst. Hollandbio staat dan ook voor een diametraal andere aanpak: voor een forse investering in vooruitgang, mogelijk gemaakt door een nationale zorgdata-infrastructuur en een optimale inzet van alle mogelijke innovaties binnen een lerend zorgstelsel. Kortom, wij staan voor een investering in de transitie naar gezondheid op maat.