← #nieuws

Minister Kuipers matigt monopoliepositie rond medicinale cannabis

,

Nederland staat in binnen- en buitenland al meer dan twintig jaar bekend om hoogwaardige medicinale cannabis, bestemd voor wetenschappelijk onderzoek, geneesmiddelenontwikkeling en voorschrijvingen aan patiënten. Omdat het beleid en de markt voor medicinale cannabis internationaal snel verandert en Nederland haar koppositie wil behouden, gaat VWS-minister Kuipers de monopoliepositie van de overheid inperken. Hij zal spoedig de rol en taken van het Bureau Medicinale Cannabis (BMC) herzien, zodat “serieuze (farmaceutische) bedrijven en onderzoeksinstellingen die hart hebben voor de zaak” meer ruimte krijgen voor samenwerking en handel. Op termijn wordt hiervoor zelfs de wet gewijzigd. HollandBIO is blij en steunt de minister in dit vooruitstrevende besluit, en zet erop in dat het ministerie van VWS en BMC samen met alle betrokkenen in gesprek blijven over hoe we zo snel mogelijk de drempels weg kunnen nemen waar bedrijven op dit moment nog op stuiten.

Patiënten hebben behoefte aan voldoende hoogwaardige medicinale cannabis

Al jarenlang is er vanuit patiënten uit binnen- en buitenland meer vraag naar de hoogwaardige medicinale cannabis van constante kwaliteit dan wat BMC aanbiedt. Minister Kuipers schrijft dan ook dat hij de Opiumwet gaat wijzigen om “de mogelijkheid tot samenwerking en handel tussen farmaceutische bedrijven en onderzoeksinstellingen in binnen- en buitenland te vergemakkelijken en de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, veiligheid en beschikbaarheid van de productie en het product primair bij deze partijen te beleggen”. Bovendien signaleert Kuipers een “kwetsbaarheid”, aangezien er nu slechts één producent is en patiënten behoefte hebben aan meer soorten medicinale cannabis. Daarom verlaagt hij de handelsdrempel die er nu nog is.

Ministerie maakt nu al werk van lagere handelsdrempel

HollandBIO is blij dat minister Kuipers daar snel werk van maakt, omdat dit ook voor bedrijven een einde gaat maken aan de voortdurende onzekerheid. “Vooruitlopend op het wetstraject, dus voor de korte termijn, werk ik samen met het BMC uit hoe het bureau diens huidige, wettelijk verankerde, rol en taken zodanig uit kan voeren om drempels te verlagen voor handel tussen houders van een Opiumwetontheffing”, zo schrijft hij. In de begeleidende beslisnota schrijft het ministerie dat “het BMC diens monopoliepositie voortaan contractueel in zal vullen, waardoor het weliswaar alle inkoop/verkoop en import/export kan blijven monitoren, maar niet meer juridisch en praktisch verantwoordelijk is voor verhandelde medicinale cannabis(producten)”.

Nu wordt er nagedacht óver en nog niet mét de betrokkenen

Het komt de vraag uit binnen- en buitenland ten goede dat de minister direct in de geest van de wetswijziging gaat werken. HollandBIO is dan ook maar wat blij dat de minister hier werk van maakt, samen met het BMC. Toch lezen we hierin terug dat er nu nagedacht gaat worden óver en nog niet mét de betrokkenen. De belangstellende en initiatiefrijke kennisinstituten, bedrijven en patiëntenorganisaties die de minister in de brief noemt, kunnen hem namelijk goed bijstaan in de op handen zijnde wijzigingen op korte en lange termijn. Ook HollandBIO zet de constructieve gesprekken die we tot dusver met het ministerie hebben gevoerd in het vervolgtraject graag door.