Eén patiëntbelang, twee maten
VWS-minister Fleur Agema heeft antwoord gegeven op Kamervragen van de BBB over de subsidie van 16,5 miljoen euro aan het UMCG, voor onderzoek naar de effectiviteit van een nieuwe celtherapie. Haar antwoorden geven blijk van begrip en erkenning voor de vragen die de toekenning van de subsidie ook bij hollandbio oproept. Zo gaf de minister niet alleen aan onze zorgen serieus te nemen, ook zegde ze een gesprek met het Zorginstituut toe over de vraag of de subsidievoorwaarden en -verlening van de subsidieregeling Veelbelovende Zorg wel overeenkomen met de bredere beleidsinzet van de overheid op innovatieve geneesmiddelen.
Onze opinie, de Kamervragen van de BBB en de antwoorden van de minister over de toekenning van de subsidie maakten nogal wat los, in en buiten Den Haag. Patiënten spraken zich uit over het belang van deze levensreddende behandelingen én de inzet van het UMCG bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. Daarmee is hollandbio het volmondig eens, al heeft dat de berichtgeving helaas niet gehaald.
Hollandbio juicht elke organisatie toe – commercieel, non-profit, academisch, klein of juist heel groot – die het klaarspeelt om een nieuw geneesmiddel bij de patiënt te brengen. Daarbij onderstrepen we de waarde van continue innovatie en zijn we doordrongen van het belang van betaalbaarheid. Ook de inzet van het UMCG kan daarmee in de basis op onze volle steun rekenen. Wel vinden we het belangrijk dat voor alle partijen dezelfde spelregels gelden, spelregels die we met zijn allen afgesproken hebben. Dat lijkt niet het geval in deze casus – waar de overheid met twee maten lijkt te meten. Het ministerie van VWS deelt die zorg, zo blijkt uit de antwoorden op de Kamervragen.
Toch leven ook na de antwoorden van het ministerie bij hollandbio nog diverse vragen, waarop wij graag een antwoord krijgen:
- In hoeverre is hier daadwerkelijk sprake van marktfalen, aangezien er al een geregistreerde CAR-T celtherapie voor deze indicatie voorhanden is?
- Hoe zit het met rolvermenging van het Zorginstituut, dat gelijktijdig adviseert over de vergoeding van de geregistreerde therapie en een miljoenensubsidie voor de ontwikkeling van een concurrerend middel verleent?
- Welke gevolgen heeft het voor de studieopzet van het UMCG als er een geregistreerde CAR-T vanuit het basispakket wordt vergoed? En hoe dient dit het belang van de patiënt?
- Leidt het onderzoek dat het UMCG met deze subsidie wil doen ook tot de aanvraag van registratie voor deze behandeling bij het Europees Medicijn Agentschap (EMA), zoals we dat voor deze groep geavanceerde therapieën (ATMP’s) in Europa hebben afgesproken om veiligheid, effectiviteit en kwaliteit te borgen?
- Klopt het dat een bedrijf nooit de directe aanvrager kan zijn van de subsidieregeling Veelbelovende Zorg en dat een bedrijf daarmee nooit in dezelfde mate kan profiteren van deze subsidie als het UMCG in de rol van ontwikkelaar én zorginstelling?
- Welk signaal geeft de overheid met deze subsidie af aan de diverse CAR-T bedrijven die juist Nederland hebben gekozen als productie-hub voor Europese patiënten – een unique selling point waar het ministerie van Economische Zaken maar wat trots op is?
Naast dat we graag antwoorden krijgen op onze vragen, gaan we het liefst natuurlijk met iedereen in gesprek om de angel uit deze discussie te halen en samen te werken aan een ecosysteem waarin gezondheidswinst, innovatie en betaalbaarheid hand in hand kunnen gaan. De koffie staat klaar!