← #nieuws

Early access: waar een wil is, is een weg 

,

‘Als je iets echt wil, dan vind je een weg. Wil je dat niet, dan vind je een excuus.’ Deze tegeltjeswijsheid schoot door ons hoofd na lezing van de kamerbrief van het ministerie van VWS over early access programma’s. In tegenstelling tot het onderwerp, zoomt de brief vooral in op het al dan niet vergoeden van geneesmiddelen tijdens de periode van beoordeling en onderhandeling in de sluis. En lijkt de brief – spoiler alert – vooral bedoeld als excuus om dit niet te doen. Hollandbio had op meer ambitie en balans gehoopt in de zoektocht naar mogelijkheden om de toegang tot nieuwe geneesmiddelen te vervroegen.

Wat betreft de vergoeding tijdens de sluis is het ministerie helder. Het ziet voor zichzelf, als betaler, enkel nadelen, en voor de fabrikant, als winstmachine, enkel voordelen van vergoeding uit collectieve middelen. Dat maakt het ‘njet’ logisch, als de analyse niet zo eenzijdig en hier en daar zelfs krom zou zijn: de onderhandelingspositie van de overheid zou verzwakt worden door vergoeding gedurende de sluisperiode, zo lezen we in de brief. Maar welke prikkel is er van overheidswege om snel tot een goede prijs te komen wanneer de fabrikant het geneesmiddel tijdens de sluisperiode gratis ter beschikking stelt? Sinds wanneer wordt het in één behandeling mogelijk genezen van een patiënt met gentherapie gezien als een interventie die drempels opwerpt voor concurrentie, en een nadeel voor de overheid bovendien? Ook een mogelijk langere terugverdienperiode en hogere winsten worden opgevoerd als nadelig voor de betaler, terwijl de bestaande mogelijkheid van gratis verstrekken volgens het ministerie niets dan voordelen voor fabrikanten kent. Zelfs het meest evidente nadeel ontbreekt (hint: gratis weggeven is een slecht businessmodel).  

Het moge duidelijk zijn: er is de minister veel aan gelegen om niet tot de door fabrikanten gewenste vergoeding tijdens de sluis over te gaan. Zij kunnen immers gewoon om-niet verstrekken als ze dat willen. Wel spreekt Helder wens uit om vertraging te minimaliseren. Maar ook daarvoor legt zij de bal vooral bij fabrikanten. Zo zouden zij zich dankzij horizonscanning beter kunnen voorbereiden op de specifieke dossiervereisten voor de Nederlandse zorgmarkt, optimaal mee kunnen werken aan nationale procedures, en, nog beter, ze zouden gewoon hun prijzen kunnen matigen. Dan was al die toetsing en onderhandeling immers überhaupt niet nodig. Kortom: daar waar de gigantische versnippering van de ‘Europese markt’, de steeds hogere drempels voor toelating en vergoeding en de toenemende onzekerheid rondom regelgeving en return on investment het prijsniveau van geneesmiddelenontwikkeling enkel opstuwen, wil ook deze minister het tij keren door fabrikanten te wijzen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid om gewoon even mee te werken. Was de oplossing maar zo simpel. 

Het meest opvallende aan de Kamerbrief is echter misschien nog wel het ontbreken van het belang van de patiënten in de afweging en welke verantwoordelijkheid het ministerie jegens hen heeft. De minister legt de afweging om tot om-niet verstrekken over te gaan, volledig bij de fabrikant neer, en schildert patiënten af als een ‘pressiemiddel’ voor de industrie. Dat is problematisch, want juist in ons streven om gezondheidswinst te maximaliseren, kunnen we elkaar vinden. De gezamenlijke ambitie om zoveel mogelijk gezondheidswinst voor patiënten te leveren, zou de wil kunnen zijn van waaruit de – voor ieder begaanbare – weg kan volgen.  

Gelukkig leidt die gedeelde wil buiten de directe regie van VWS weldegelijk tot hoopvolle nieuwe wegen. Zo streven programma’s als het Drug Rediscovery Protocol (DRUP), het Drug Access Protocol (DAP) en het Orphan Drug Access Protocol (ODAP) naar het faciliteren van vroege toegang voor patiënten die mogelijk baat hebben bij nieuwe behandelingen, daarbij continu balancerend tussen de legitieme mogelijkheden en onmogelijkheden van elke betrokken stakeholder, of dat nu om patiënten, artsen, verzekeraars of fabrikanten gaat. Of iets in de praktijk werkt, en voor wie precies, kan zich zo ook grotendeels in de praktijk uitwijzen. Zo is door middel van de dataverzameling binnen DAP nu een eerste geneesmiddel definitief vergoed vanuit het basispakket. Een krachtig pleidooi voor vroege toegang als weg vooruit. We zijn dan ook blij dat het ministerie van voornemen is om zowel hollandbio als de VIG te betrekken bij de totstandkoming van goede gezamenlijke oplossingen. Want wij zien volop bospaadjes die met de juiste wil en inzet uit kunnen groeien tot geëffende wegen naar gezondheid op maat.