De barre tocht naar het Walhalla van financiering
Het investeringsvermogen van venture capitalisten in Nederland groeit. Niet alleen het aantal venture capitalisten neemt toe, ook is er steeds meer kapitaal beschikbaar. Vorige week kondigde LSP, een Amsterdamse investeringsmaatschappij, nog aan €550 miljoen opgehaald te hebben. Dat is in Nederland het hoogste bedrag ooit opgehaald door een fonds dat ook in medische bedrijven investeert. Daarnaast is er steeds meer interesse bij rijke particulieren, pensioenfondsen en vermogensbeheerders om in deze sector te investeren vanwege het hoge rendementsprofiel.
Het is fantastisch om te horen dat biotech bedrijven in een latere fase van de ontwikkeling meer financiële middelen tot hun beschikking krijgen om sneller te kunnen opschalen. Want wanneer we het Nederlandse financierings- en vestigingsklimaat op orde hebben en bedrijven hier willen blijven en groeien, brengt dat tal van positieve gevolgen voor de BV Nederland met zich mee. Daar komen inmiddels steeds meer voorbeelden van, zoals de investeringen in AM Pharma (€116 miljoen), Pharvaris (€60 miljoen) en NorthSea Therapeutics (€36 miljoen), waar stuk voor stuk grote Nederlandse investeerders bij betrokken waren.
Maar hoe komen deze late fase biotechbedrijven in het Walhalla van investeerders terecht? Waar aan het einde van de tocht steeds meer kapitaal beschikbaar komt, blijft het eerste deel daarvan bar en boos. Voordat een bedrijf investeringsbedragen en private investeerders van grotere omvang aan zich kan binden, moet eerst een zeer risicovolle tocht afgelegd worden. Startende biotech bedrijven hebben, op enkele publieke instrumenten in de vroege fase, maar mondjesmaat toegang tot publieke of private middelen. Dit terwijl de benodigde investeringen aanzienlijk zijn en de risico’s in deze fase van ontwikkeling groot. Deze periode staat ook wel bekend als de ‘Valley of Death’, vanwege het gapende gat tussen de laatste publieke middelen en de eerste venture capital investeringen waarin het grootste deel van deze bedrijven strandt. De paar overgebleven bedrijven die het wel redden, krijgen toegang tot het Walhalla van financiering: omdat de risico’s in de latere fase van de ontwikkeling iets afnemen, worden zij aantrekkelijk genoeg om in te investeren.
Door de risicovolle tocht van lab naar samenleving te verbeteren en de ‘Valley of Death’ minder breed en diep te maken, kunnen veel meer bedrijven met potentie dit Walhalla bereiken. Het beschikbaar maken van meer publieke en private middelen tijdens die moeilijke fase is waar HollandBIO zich vol voor inzet. Bijvoorbeeld door na te gaan of Invest-NL hierin een rol kan spelen, of door bestaande instrumenten zoals het Innovatiekrediet verder te verbeteren. Alleen op die manier maken we echt werk van een ijzersterk innovatieklimaat waarin alle bedrijven met potentie de volgende stap kunnen zetten en daadwerkelijk een product naar de samenleving, patiënt of consument brengen.
Bronnen: