De overheid faalt, niet de markt
De geschiedenis herhaalt zich: nadat het UMCG in 2020 €30 miljoen overheidssubsidie kreeg om in eigen huis een me-too CAR-T behandeling in elkaar te knutselen, kende het Zorginstituut het ziekenhuis de afgelopen week wederom €16,5 miljoen toe uit diezelfde subsidiepot. Ditmaal voor het kopiëren van een geregistreerde celtherapie, die nota bene al voor vergoedingsadvies voorligt bij datzelfde Zorginstituut. Waar hollandbio zich in 2020 al afvroeg of de toekenning van deze monstersubsidie nou de beste besteding van schaars overheidsgeld was, rest nu enkel verbijstering over deze heilloze verspilling van belastingcenten, die kwetsbare patiënten bovendien nodeloos blootstelt aan een experimentele behandeling.
Vooropgesteld, hollandbio juicht iedereen toe die een nieuw geneesmiddel bij de patiënt weet te krijgen. Of dat een ziekenhuis, een Mkb’er of een multinational is, is ons om eerlijk te zijn om het even. Ook zijn we niet tegen het verstrekken van subsidies voor geneesmiddelenontwikkeling. Sterker nog, op dagelijkse basis lobbyen wij voor passende financiering in elke fase op de lange weg van lab naar patiënt. Toch vinden we de toekenning van €16,5 miljoen aan het UMCG uit de subsidieregeling veelbelovende zorg niet alleen weggegooid belastinggeld, maar bovendien een grove schoffering voor het biotech ecosysteem. Laat ons dat toelichten.
Hoezee, 16,5 miljoen voor het UMCG?
Ondanks dat het nog onduidelijk is of de eerste €30 miljoen voor het UMCG op koers ligt om het gehoopte resultaat op te leveren, krijgt het ziekenhuis opnieuw een fikse duit uit de subsidieregeling Veelbelovende Zorg, ditmaal €16,5 miljoen. Met de subsidie wil het UMCG een studie uitvoeren om een in eigen huis te ontwikkelen celtherapie (CAR-T) te vergelijken met de huidige standaardbehandeling tegen multipel myeloom, een kanker van plasmacellen, zo lezen wij in diverse persberichten en berichtgeving van de Volkskrant. Laat het onderzoek zien dat de behandeling (kosten)effectief is, dan kan deze vergoed worden uit het basispakket, ronkt het Zorginstituut dat niet alleen adviseert over de toelating van geneesmiddelen tot het basispakket, maar bovendien samen met ZonMw en in opdracht van het ministerie van VWS de subsidieregeling uitvoert.
De subsidie lijkt heuglijk nieuws: geweldig dat de overheid zoveel geld steekt in de experimentele ontwikkeling van een innovatieve therapie voor patiënten in nood. En bovendien, alsof dat op zich al niet risicovol genoeg is, durft de overheid haar nek uit te steken door te investeren in een academisch ziekenhuis, in plaats van in te zetten op de geijkte route van geneesmiddelenontwikkeling door gespecialiseerde biotech bedrijven die het klappen van de zweep kennen. Wat een lef!
Context is alles
Helaas doet de context ons enthousiasme omslaan in verbijstering. Waar het UMCG over zes jaar hoopt een CAR-T behandeling tegen multipel myeloom af te leveren, is er vandaag de dag al precies zo’n therapie op de markt. Geneesmiddelenontwikkelaar J&J kreeg in 2022 goedkeuring van de EMA voor haar CAR-T genaamd Cilta-Cel (Carvikty®). In datzelfde jaar oordeelde het Zorginstituut dat deze celtherapie voor de behandeling van multipel myeloom effectief is (in pakketjargon: voldoet aan de Stand der Wetenschap en Praktijk). Wel vond ZIN destijds de onderbouwing van de kosteneffectiviteit onvoldoende om te kunnen adviseren over een gewenste prijsdaling. Daarmee viel voorlopig het doek voor de behandeling, een hard gelag, voor patiënten in Nederland. Juni 2024 diende de fabrikant een aangepaste economische analyse in, op basis waarvan de Adviescommissie Pakket afgelopen week oordeelde dat Carvykti®, weliswaar na prijsonderhandelingen met VWS, vergoed kan worden. In februari zal het Zorginstituut zijn definitieve advies publiceren.
Niets geen innovatieve ontwikkeling dus die subsidieverstrekking, niets geen onvervulde medische nood, maar ofwel hopeloos naïeve onkunde, ofwel pure symboolpolitiek van het Zorginstituut om biotech bedrijven buitenspel te zetten. En zo harkt het UMCG, handig inspelend op het door het ministerie van VWS zorgvuldig gecultiveerde nationale anti-farma sentiment, schaamteloos opportunistisch, maar onder de vlag maatschappelijk verantwoord ruim €46 miljoen euro aan belastinggeld binnen voor eigen eer en glorie.
Marktfalen
Om in aanmerking te komen voor een subsidie uit de regeling Veelbelovende Zorg, moet sprake zijn van marktfalen. Een situatie die veelvuldig voorkomt in de biotech sector: denk aan de ontwikkeling van preventieve interventies zoals vaccins, antiviralen en antibiotica, van geneesmiddelen voor ultra zeldzame aandoeningen, of voor ziektes die minder kapitaalkrachtige gebieden treffen, of bijvoorbeeld voor de repurposing van patentloze geneesmiddelen. Voorbeelden waarbij het schort aan een verdienmodel, waardoor private investeerders hun hand op de knip houden, en innovatie uitblijft.
Dat is niet het geval bij celtherapieën, noch in de ontwikkeling van therapieën gericht op multipel myeloom. De afgelopen jaren is dankzij grote wetenschappelijke doorbraken de ontwikkeling van cel- en gentherapieën in een stroomversnelling geraakt en zetten publieke en private investeerders wereldwijd vol in op late klinische ontwikkeling, met als resultaat dat de pijplijnen bomvol innovaties zitten en er voor diverse bloedkankers al meerdere effectieve therapieën beschikbaar kwamen. Illustratief zijn de 292 lopende studies die de database clinicaltrial.gov geeft op de zoektermen CAR-T en multipel myeloma, waarvan er op dit moment maar liefst 167 actief patiënten werven.
Dat een mogelijk gebrek aan bereidheid van de overheid om te betalen voor een geregistreerd geneesmiddel ook binnen de definitie ‘marktfalen’ zou passen, bij ons gaat het er niet in. Want zelfs wanneer VWS en het Zorginstituut deze definitie met juridisch kunst- en vliegwerk op weten te rekken, lijkt een poging om met belastinggeld lokaal een geneesmiddel te kopiëren en goedkoper te produceren in een wereldwijde markt die bol staat van de innovatie en concurrentie, op zijn zachtst gezegd een wat omslachtige aanpak. In overleg gaan met de fabrikant – onderhandelingen tussen overheid en ontwikkelaar zijn in deze sector immers aan de orde van de dag – zou het vermeende marktfalen immers ook zo maar eens kunnen verhelpen, al vermoeden wij dat die €16,5 miljoen in dat geval niet teruggestort wordt.
Belangenverstrengeling
Een arts, of een patiëntvertegenwoordiger die met ‘de industrie’ samenwerkt, moet bij elke gelegenheid al zijn belangen tot in detail vermelden, en is desondanks in de regel uitgesloten van publieke adviesrollen. Farmaceutische bedrijven, of hun vertegenwoordiging, zijn zelfs niet eens welkom aan tafel wanneer die ook maar raakt aan dure geneesmiddelen – uit angst voor beïnvloeding. Die belangenverstrengeling werkt blijkbaar maar één kant op. Immers, de objectiviteit van Zorginstituut en beroepsgroep staan zelfs buiten kijf wanneer ze eigenhandig een oordeel vellen over de vergoeding van een behandeling en gelijktijdig de ontwikkeling van een concurrerend middel met een miljoenensubsidie mogelijk maken.
Onethisch
Alle bovenstaande bezwaren verbleken echter bij de verstrekkende gevolgen voor de patiënten die aan deze studie mee zullen gaan doen. Het UMCG zegt de zelf te ontwikkelen CAR-T therapie te willen vergelijken met de ‘standard of care’- de behandelingen die volgens de richtlijnen van de beroepsgroep op dit moment de standaard zijn. Doordat de therapie van J&J nog in de Sluis zit, en dus nog niet vergoed wordt uit het basispakket, maakt deze geen deel uit van de studieopzet waarvoor het UMCG €16,5 miljoen subsidie kreeg. Dat betekent dat het UMCG patiënten met multipel myeloom gaat blootstellen aan een zelf ontwikkelde CAR-T therapie die zichzelf nog moet bewijzen, terwijl er een geregistreerd, effectief en veilig bevonden alternatief voorhanden is. Of dat in het belang van de patiënt is valt nu al te betwijfelen, maar op het moment dat het ministerie van VWS en J&J tot een akkoord komen, is het volstrekt onethisch om patiënten de stand der wetenschap en praktijk te onthouden, om ze bloot te stellen aan een experimentele kopie die ook nog eens vergeleken wordt met een verouderde behandelstandaard.
Aanfluiting
Je kan het bijna niet gemist hebben: onze overheid wil vol inzetten op biotech. Zo prijkt de sector bovenaan het lijstje groeimarkten voor Nederland, is deze verkozen tot een van de nationale sleuteltechnologieën, en werkt de overheid as we speak aan een integrale visie en diverse actieplannen om de vele kansen van biotech voor gezondheid, duurzaamheid en welvaart te verzilveren. Hollandbio zei het al eerder: de sector wordt geen haar beter van mooie woorden alleen. Sterker nog, al die ambitieuze vergezichten zijn geen cent waard wanneer de overheid de sector zodra ze de kans krijgt eigenhandig een stok in de wielen steekt. Als het om het nationale biotech beleid gaat, spreekt hollandbio vaak over het gas- en het rempedaal. Met het verstrekken van deze subsidie om één van de grootste en meest succesvolle biotech ontwikkelaars die ons land kent de pas af te willen snijden, stuurt het Zorginstituut aan op een frontale botsing – een doelbewuste bovendien. Kortom: als hier al een partij faalt, dan is het onze overheid.