Kapitaalkosten en failures grootste kostendrijvers geneesmiddelen
De ontwikkelingskosten van een geneesmiddel bestaan voornamelijk uit de kosten van kapitaal en de kosten van mislukte ontwikkeltrajecten. De kosten van het middel zelf bedragen slechts 7% van het gemiddeld 2,5 miljard dollar kostende ontwikkelingstraject. Dit concludeert Gupta Strategists in het rapport “The cost of opportunity”. Het rapport biedt de broodnodige cijfers in het gepolariseerde debat over geneesmiddelenprijzen.
Inzicht in de kostendrijvers is een belangrijke voorwaarde voor de implementatie van effectieve oplossingen. Het onderzoek legt genadeloos bloot dat de kosten van de ontwikkeling van geneesmiddelen alleen zullen dalen als de ontwikkeling van nieuwe behandelingen sneller en beter gaat. Daartoe formuleren de onderzoekers ook oplossingsrichtingen. Deze plannen sluiten naadloos aan op HollandBIO’s inzet binnen de programma’s Sneller & Beter en IJzersterk Innovatieklimaat.
Als het gaat om het verlagen van kapitaallasten (53% van het totaal), doet Gupta drie interessante aanbevelingen. De eerste is het verkorten van de doorlooptijd van het onderzoek, door geneesmiddelen eerder toe te staan op de markt. Een tweede invalshoek is het stimuleren van de valorisatie van intellectueel eigendom tussen universiteiten en farmaceuten. HollandBIO pleit op dat vlak vanuit het programma IJzersterk Innovatieklimaat voor het stimuleren van tech transfer en daarmee innovatie, onder andere bij het NFU-traject rond principes voor Maatschappelijk Verantwoord Licentiëren. Verder ziet Gupta een breder aanbod van financieringsbronnen in de vroegere fases als oplossingsrichting. Ook daar ziet HollandBIO mogelijkheden. Zo zou het nog op te richten Invest-NL een rol kunnen spelen als vliegwiel voor innovatie door het aantrekken van een groter en breder aanbod van financiering in de life sciences.
Daarnaast geven de onderzoekers een interessante suggestie voor kostenbesparingen rond geneesmiddelen die de markt niet halen (40% van het totaal). Zij pleiten voor het versoepelen van toelatingscriteria in bepaalde gevallen zodat universiteiten, professionals of andere partijen kunnen monitoren wat een geneesmiddel doet in de praktijk en of deze niet alsnog succesvol kan zijn. Het opdoen van ervaring in de praktijk geeft bovendien ook meer inzicht in de werkzaamheid en waarde van een nieuw middel voor de maatschappij. Dit past dan weer goed bij de oplossingsrichting vanuit Sneller & Beter waarin HollandBIO pleit voor adaptive ecosystems die het vergoedingstraject beter aan laten sluiten op het registratietraject.
HollandBIO ziet het onderzoek en de aanbevelingen als een extra bevestiging om werk te maken van structurele oplossingen die leiden tot een systeem waarbij innovatie, gezondheidswinst en betaalbaarheid hand in hand gaan.
Het volledige, Engelstalige rapport vind je hier: https://gupta-strategists.nl/studies/the-cost-of-opportunity